“Als je een wedstrijd mist, is je kans op het NJK meteen heel klein. Het wordt heel hard werken om dan nog genoeg punten te halen.”
Dit seizoen volgen we twee jeugdklimmers die uitkomen in de nationale jeugdcompetitie. Wiebe klom in de categorie jongens B en had goede hoop op een goed resultaat voorafgaand aan de eerste wedstrijd. Het seizoen liep niet zoals hij had gehoopt. Hij vertelt ons wat hem overkwam.
Blessure
“In de voorbereiding van het seizoen had ik een blessure aan mijn schouder. Daardoor kon ik een paar weken niet klimmen. De trainers hielpen me om aan mijn herstel te werken en ik mocht mijn schouders niet belasten. Ik was wel klaar voor de eerste wedstrijd.” Wiebe eindigde op de 12de plek tijdens Jeugd Boulder 1, wat volgens hem beter had gekund. Het draait om de juiste focus en vertrouwen. In de aanloop naar de tweede wedstrijd ging het helaas weer mis: “Bij een verkeerde landing heb ik mijn teen gekneusd. Hij klapte dubbel, de huid was kapot en ik wist meteen dat het helemaal verkeerd was. Bewegen lukte niet, dus ik was bang dat ‘ie gebroken was.”
De dokter had goed nieuw, maar zijn klimschoenen kon Wiebe voorlopig niet aan. Met een flinke kneuzing was het opnieuw herstellen. “Ik ben vaker thuis aan de rekstok gaan hangen en na anderhalve week ging ik weer trainen. Het kostte twee weken om weer normaal te kunnen klimmen, dus de tweede wedstrijd moest ik missen. Helemaal hersteld is het niet en ik pas oefeningen aan als ik teveel last van mijn voet heb.” Wiebe was toch bij de wedstrijd die hij moest missen aanwezig. Dat hoort erbij vindt hij: “Naar een wedstrijd met je team is leuk. We steunen elkaar en maken er een mooie dag van, dus moedig ik ze aan ook al doe ik niet mee.”
Mentaal blokkeren
Wiebe geeft aan dat de blessures hem niet alleen fysiek dwars zaten. “Tijdens de eerste wedstrijd was ik door die schouderblessure ik terughoudender was De setting was niet mijn stijl, maar ook de focus ontbrak. Ik had sowieso een boulder meer kunnen halen denk ik achteraf..” Tijdens Jeugd Boulder 3 in Block 013 had Wiebe hetzelfde probleem. Zijn voet was niet volledig hersteld en de boulders werkten tegen hem: “Er was een boulder waar je linkervoet cruciaal was. Ik kon er wel iets van maken door mijn voet in te draaien. Dyno’s waren geen probleem omdat je handen het werk dan doen, maar het resultaat was niet genoeg …”.
Einde seizoen
Na deze tegenvallers moest Wiebe toekijken hoe anderen met de punten aan de haal gingen. Elke wedstrijd wordt een aantal punten verdeeld en de top van het klassement gaat naar het Nederlands Jeugd Kampioenschap. Wedstrijden missen is dus punten missen: “Ik heb nog nooit last van blessures gehad, maar dit seizoen zit het erg tegen. Ik merkte al snel hoe vervelend het is als ik niet kan klimmen, maar ook dat ik me niet fit voelde. Toen ik mijn voet kneusde dacht ik meteen: Nee, niet in het seizoen! Ik was bij de derde wedstrijd niet klaar, maar wilde punten pakken en klimmen. Het seizoen redden moest daar gebeuren.”
Wiebe eindigde op de 16de plek tijdens de derde wedstrijd, wat hem 20 punten voor het klassement oplevert. Omdat zijn totale puntenaantal daarmee laag blijft, moest hij op Jeugd Boulder4 een klein wonder verrichten om het NJK te halen: “Als je een wedstrijd mist, is je kans op het NJK meteen heel klein. Het wordt heel hard werken om dan nog genoeg punten te halen.” Tijdens de laatste wedstrijd eindigde hij op de 13de plek, als eerste van zijn team. Wel punten, maar geen NJK.
Doorgaan
Opgeven, daar gelooft Wiebe niet in. Sowieso is het samen uit, samen thuis met zijn team en als hij de finale niet haalt, dan is hij er vast bij. Ook traint hij hard door: “We bespreken de wedstrijden na en werken aan onze ontwikkelingspunten. Voor mij zijn dat plaatboulders, maar ook problemen waar je op balans moet instappen. Bij LOCO zat er ook zo’n boulder tussen, dus daar leer je veel van.” LOCO is een event waar Wiebe graag bij is, samen met zijn teamgenoten: “Het is gewoon relaxed, we klimmen samen en werken aan de problemen. Het gaat niet om hoe goed je presteert, maar dat je elkaar samen naar een hoger niveau brengt. Dat vind ik gaaf.”
Foto’s: Bram Berkien