“Je strijdt voor een plekkie om de beste van Nederland te worden, dat vind ik leuk om te doen.” – Kevin
Pasgeleden was het NJK. Om daar aan mee te doen, moet je jezelf als een van Nederlands beste acht uit je leeftijdscategorie plaatsen. Dat doe je door mee te doen aan de nationale competitie, die bestaat uit vier wedstrijden. Elke wedstrijd heeft een kwalificatieronde en in de leeftijdscategorieën: J, A, B ook een finale. Een aantal van onze jeugdleden deden mee aan de nationale competitie. Kevin (jongens A, Monk Rotterdam) is een van hen. Hij nam deel aan alle wedstrijden, plaatste zich derde in de competitie en wist daarmee een plek op het NJK te bemachtigen.
Een vrij nieuw gezicht in Monk
Kevin traint iets langer dan een jaartje bij Monk, maar een groentje is ‘ie niet. Hij klimt al sinds zijn achtste en gaat jaarlijks met zijn pa naar buiten toe. Meestal gaan zij sportklimmen in de Belgische Ardennen. Toch weegt er voor Kevin niets op tegen boulderen. “Ik hou van dynamische passen of bewegingen waar je sterk voor moet zijn. Die actie vind je meer in boulders dan in routes.” Om die reden besloot Kevin vorig jaar om aan te sluiten bij team Monk. Voor die tijd trainde hij bij een team waar het sportklimmen ook belangrijk was: “Daar had ik geen zin meer in, daarom ben ik overgestapt.”
Niet nieuw op het NJK
Het is de derde keer dat Kevin op het NJK staat en de tweede keer dat hij uitkomt voor team Monk Rotterdam. Nog steeds vindt hij het een eer om deel te nemen aan de landelijke finale: “Het mee mogen doen aan het NJK was voor mij het hoogtepunt van dit wedstrijdseizoen. Je strijdt voor een plekkie om de beste van Nederland te worden, dat vind ik leuk om te doen.”
Voorbereiding op de wedstrijden.
“Tot drie weken voor de wedstrijden ben ik vooral bezig om sterk te worden, ik focus me op maximale kracht en train zo zwaar als ik kan. In aanloop naar de wedstrijden toe bouw ik dat geleidelijk af en zorg ik meer dat ik me meer focus op mijn uithoudingsvermogen. In de laatste week train ik zowel kracht als uithoudingsvermogen, alleen dan minder hard dan daarvoor.”
Hierom doet ’ie mee
Toch hoeft hij niet perse te winnen. Hij komt vooral voor de boulders. Daarnaast motiveren de mensen en de sfeer hem om mee te doen. “Het leukste vind ik de boulders zelf. Die zijn mooier dan de boulders die ik gewend ben; om te klimmen, maar ook om te bekijken. Ze zien er uitdagend uit en dat zijn ze vaak ook. Je hebt tijdens de kwalificaties maar vijf pogingen, dus je moet er echt je best in doen.” Over de mensen zegt hij: “Je maakt er snel vrienden. Als iemand moeite heeft met inlezen bijvoorbeeld. Het zijn tegenstanders, toch help je ze. Samen nadenken over de boulders maakt de wedstrijd leuker.” Daarnaast zegt hij dat de sfeer anders is dan tijdens een training. “De aandacht is op jou gericht. Alle mensen kijken en iedereen moedigt je aan. Dat motiveert om extra hard mijn best te doen.”
Deelnemers lezen samen in tijdens Boulder 4 in Eindhoven (foto: Bram Berkien)
Wedstrijd klimmen doet iets extra’s
Hij vertelt ook dat het klimmen op een wedstrijd veel intenser voelt. “Je moet je hoofd koel houden, dat valt niet altijd mee. Er gaat van alles door me heen op zo’n moment. Ik vraag me af of de boulders niet te moeilijk voor me zijn en hoop tegelijk ook dat ze niet te makkelijk zijn, want dan raast iedereen er in zijn eerste poging doorheen. Als je dan een foutje maakt lig je eruit. Ik merk het ook aan mijn lichaam, ik klim dan veel meer op spanning. Op een wedstrijd ben je met meer bezig dan enkel boulderen.”
Foto’s: Sytse van Slooten en Bram Berkien.
